Onderhoud aan masten en torens is essentieel vanwege het risicovolle karakter van deze constructies. Schade of defecten kunnen leiden tot verlies van eigendommen of zelfs levens in gevaar brengen, waardoor regelmatig onderhoud van cruciaal belang is.
Aluminiummasten zijn weliswaar bestand tegen corrosie, maar ook gevoelig voor vorstscheuren. Daarom is het raadzaam om gekwalificeerd personeel jaarlijks, bij voorkeur in het voorjaar, te laten controleren op tekenen van vorstschade. Eventuele gevonden scheuren moeten worden gelast, palen moeten indien nodig worden vervangen en afvoersystemen moeten worden geïnspecteerd. Altrussmasten zijn uitgerust om efficiënt met water om te gaan, waardoor de kans op vorstscheuren wordt verminderd.
Als het om spandraden gaat, wordt in oudere installaties vaak gebruik gemaakt van verzinkte draden die door corrosie kwetsbaar zijn geworden. Wij adviseren het gebruik van hoogwaardige tuidraden, bij voorkeur type 1×19 met een minimale diameter van 4 mm, gemaakt in Europa, zelfs voor kleinere masten. Bovendien moet de spandraadspanning periodiek worden aangepast vanwege natuurlijke slijtage, en het is belangrijk om met de mastproducent te overleggen over het juiste spanningsniveau.
Aluminium torens zijn over het algemeen robuuster en vergen minder onderhoud. Het is echter nog steeds belangrijk om regelmatig te controleren op tekenen van vorstscheuren en corrosie op bouten. Een verticale controle door een landmeter wordt elke 5-10 jaar aanbevolen, omdat het inzakken van de grond ervoor kan zorgen dat het zwaartepunt van de toren verschuift, wat kan worden gecorrigeerd met stelringen.
Bij staalconstructies is een anticorrosiecontrole noodzakelijk en eventuele vlekjes moeten direct worden gerepareerd. Bij het vervangen van componenten, zoals U-bouten, is het van cruciaal belang om rekening te houden met het elektrochemische potentieel van de gebruikte materialen om snelle corrosie te voorkomen, die de stijfheid van de constructie in gevaar zou kunnen brengen. Regelmatig onderhoud draagt bij aan de voortdurende veiligheid en betrouwbaarheid van mast- en toreninstallaties.